IT’S ALL ABOUT ME, ME, ME
Eisbär* op 5 in Knack theater top 10 2012.
“De fantasten van 2012 zijn bendeleden van Eisbär*. Met hun nachtclubachtige It’s all about me, me, me creëerden ze een theaterorgie die amusant én snedig was. Dit smaakte naar véél meer.”
(Els Van Steenberghe – Knack)
PRESS ABOUT GOLLYGOSH NO!
“It is a chaotic long and special experience, harsh and funny”
(Lieven Vandenhoute – terzake/televisionshow)
“Not only unnessecary but also decadent”
(Wouter Hillaert – De Morgen)
“Gollygosh no! gehört zur Brüsseler spitze”
(Ballettanz europe’z leading dance magazine)
“An interesting experiment…I can’t call this theater”
(Eddy Vaes-zone 03)
PRESS ABOUT ALWAYS CRY AT ENDINGS
“A three hour rollercoasterride through every movie and theatergenre in the shadow of death and the pain of living…fascinating punktheater…intriguing
because of the mix between ritual and farce,arty farty and honesty,pose presented as pure honesty to then turn these relationships completely upside down
again”
(Liv Laveyne – De morgen)
“three hours of trashy Punktheater”
(De standaard – Eefje Rampart)
“Just go and watch this, you ‘ll hear a new sound, the roar of the eisbär”
(column Maarten Westra Hoekzema – gobots)
“Always cry at endings is a primal scream in the middle of the night…theater is not dead, it ‘s alive in an empty barrack in Antwerp…an overdose which leaves
the audience behind, completely confused”
(N. Verheye – Cutting edge)
Met de moed der wanhoop
‘Always cry at endings’ is een oerkreet in de nacht, het soort voorstelling waar zelfs de gemiddelde net iets te hippe Antwerpenaar even stil van wordt. In een
loods naast de Petrol in Antwerpen spelen de leden van het theatergezelschap Eisbär zeven avonden op rij de ziel uit hun lijf, voor pakweg veertig
toeschouwers die zich even op een andere planeet wanen.
Eisbär is een gezelschap van vier jonge wolven die trashy punktheater willen brengen. Benny Claessens kan je kennen van Het geslacht de Pauw of van Het
Toneelhuis, Els van Peborgh was Saskia in Kaat en Co, en de twee anderen (Femke Heijens en Louis van der Waal) zijn nobele onbekenden, maar daarom
niet minder sympathiek. In een reactie op een brief van Luk Perceval schrijft Benny Claessens: ‘ps: toneel is dood, moeten we daar niks aan doen?’ De
nieuwe voorstelling ‘Always cry at endings’ bewijst dat toneel nog lang niet dood is, het zit alleen goed verborgen in een vervallen loods, ver weg van alles
wat met comfortabele pluchen zetels en een overvloed aan subsidies te maken heeft. Eisbär maakt puur theater, vanuit de onderbuik. Ze spelen met de
moed der wanhoop, en dat maakt van ‘Always cry at endings’ een voorstelling die tegen de ribben blijft plakken.
Eisbär neemt de toeschouwers aan het begin van de voorstelling mee door een woud van brandnetels tot bij een verlaten loods, waarin een soort primitieve
filmset is gemaakt met plassen water en grote papieren palmbomen. Het eerste deel van het stuk bestaat uit een wilde mash-up van dansende wolven,
fluoricerende pruiken en scènes uit horrorfilms. Daarna volgt een bizarre persconferentie die ontaardt in een relaas over de guillotine, waarop de acteurs
Vicks onder hun ogen smeren en beginnen te huilen. Tijdens de plotse pauze kijkt het publiek dan ook verweesd om zich heen, wat bewijst dat het eerste
deel van het stuk alvast zijn doel niet heeft gemist. Het tweede deel speelt zich buiten de loods af, en begint met een dj-set terwijl de acteurs het grasveld
inlopen en opgeslokt worden door de duisternis. Even later komt Benny Claessens terug uit het donker, en richt zich in een hartstochtelijke monoloog tot zijn
vriend Louis. Benny speelt de ziel uit zijn lijf, terwijl zijn vriend Louis onverschillig toekijkt en uiteindelijk vertrekt in een voorbijrijdende auto. Het stuk eindigt in
een mislukte zelfmoordpoging, waarop Benny laconiek opmerkt: ‘Er zaten geen kogels in, hé’ en vervolgens verdwijnt in de duisternis op de tonen van Belle
and Sebastian’s ‘Get me away from here, I’m dying’.
‘Always cry at endings’ is een voorstelling die van heel diep komt. De humor is niet altijd even geslaagd, en de chaos is soms wel érg chaotisch, maar de
acteurs spelen met veel lef en kijken het publiek recht in de ogen. Ze tonen wat toneel moet zijn: kunst vanuit de onderbuik. Toneel is niét dood, integendeel,
het leeft meer dan ooit in een loods aan de kaai in Antwerpen.
nele verheye
see. www.gobots.be for column Maarten westra Hoekzema
Review uit De Morgen
alwayscryatendings (pdf)
Punktheater in oase van rust
ANTWERPEN – Wie niet kan stilzitten in de rode pluche van een klassieke theaterzaal, zou zeker eens een kijkje moeten gaan nemen op het terrein de Scheldapen, een oase
van rust op amper een boogscheut van de Sinksefoor. Tot en met zaterdag voert Eisbär, een vierkoppig jong gezelschap dat pas in januari werd opgericht, ‘Always cry at
endings’ op. Voor amper vijf euro, krijgt u in een aanpalende hangar – er liggen dekentjes, maar breng voor de zekerheid een warme trui mee – drie uur lang trashy punktheater
voorgeschoteld. ‘Always cry at endings’ laat zien hoe mensen met de dood, pijn en angst omgaan, en dus met het leven. Er is muziek, dans en heel veel horror. (ER)
De morgen over Collateral Damage:
collateraldamage (pdf)